Batterij Noordwijk

De noordduinen van Noordwijk werden voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog gebruikt als golfterrein. Eind 1940 is dat veranderd, de Duitse marine had het oog laten vallen op dit stuk duingebied en legerde er ruim honderdtachtig soldaten. Voor deze soldaten moesten woonverblijven, wasruimtes en gevechtsopstellingen gebouwd worden. Zo’n 80 werken zijn er gedurende de oorlog gebouwd, variërend van een houten douchegebouw tot zware bunkers met wanden van soms wel drie meter dik. De bouw van de grootste bunker, de S414, ging gepaard met een betonverbruik van 2400 kubieke meter. Vandaag de dag zou een grote beton-vrachtauto driehonderd ritten moeten maken voor enkel die ene bunker. Het is dus geen wonder dat de Duitsers een spoorlijn tot bij de bunkers maakten om het beton aangevoerd te krijgen. Een enorme logistieke klus.

Het onderwerken van een bunker onder het zand. (Harff)

Bij het operationeel houden van de stelling in de noordduinen kwam ook veel kijken. Er moest iedere dag weer voor 180 man eten op tafel staan; er moesten roosters zijn wie wanneer wacht zou lopen en vooral moesten er plannen zijn hoe te verdedigen als de geallieerden zouden komen. Dan waren er nog de oefeningen die georganiseerd moesten worden, de voorraden die bijgehouden moesten worden en heel belangrijk: er moest een zinvolle daginvulling zijn voor de soldaten. Deze daginvulling zou voornamelijk bestaan hebben uit het bouwen van nog meer bunkers. Uiteindelijk bijna één bunker per twee soldaten. Alle bunkers werden na de bouw onder het zand geschept en op dit zand werden grasmatten geplaatst die van het golfveld waren weggenomen. Dit bouwen ging bijna de hele oorlog door totdat bij de bevrijding het merendeel van de soldaten wegtrok, de kanonnen en uiteraard de bunkers achterlatend.

Het uitgraven van graszoden. (Harff)

Na de oorlog zat Noordwijk “mooi” opgescheept met die kanonnen en bunkers. Het eerste dat de bevrijders deden toen ze de stelling bezochten was het wegnemen van de sluitstukken van de kanonnen zodat het voor spelende kinderen geen groot gevaar zou opleveren. Later werden de kanonnen weggenomen om tot schroot te worden verwerkt. Dit gebeurde echter pas in 1946. Ook de munitie werd uit de stelling verwijderd. Nadat later de toezicht op de bunkers die nog gewoon in de duinen lagen afnam ontstond er een immens grote speeltuin voor de jeugd. Welke Noordwijker heeft er immers niet gespeeld? Begin jaren 70 werden de bunkers afgesloten en onder het duinzand weggewerkt.

Eén bunker bleef over. Dit was een grote munitieopslagbunker (Fl246 helemaal onderaan de kaart weergegeven) die in verband met een dreigende oorlog tegen het sovjetleger werd verbouwd en ingericht om kunstvoorwerpen te kunnen opslaan. Als kunstschattenbergplaats heeft de bunker geen belang meer, zodat deze door het rijk werd afgestoten. In deze bunker is nu het ‘Museum Engelandvaarders’ te vinden.

De hier links geplaatste kaart toont het centrale deel van de batterij. In dit deel lagen onder andere de vuurleidingpost (S414), vier zware geschutsbunkers die met S.K. zijn aangegeven en twee munitieopslagbunkers (Fl246), allen met elkaar verbonden door een ondergrondse gang.

Middenetage van de S414 (Harff)

De S414 vuurleidingpost is een drie etages tellende bunker waaruit commando gevoerd werd over de batterij. Vanuit de bunker was er een goed uitzicht op zee voor observatie en om metingen te verrichten waarmee kanonnen ingesteld konden worden.
Bij de vuurleidingpost is de huidige ingang van het Atlantikwall Museum Noordwijk (vanaf de Bosweg via fietspad richting gele dak in het duin).

De vier kanonnen, met kaliber 15,5 cm, stonden opgesteld in de geschutsbunkers. Tevens was er in iedere geschutsbunker een woonruimte en meerdere ruimtes voor munitieopslag aanwezig.

Indien de kanonnen gebruikt waren werd de voorraad munitie in de geschutsbunkers aangevuld vanuit de twee munitiebunkers. In deze munitiebunkers kon een gigantische hoeveelheid munitie worden opgeslagen. Een smalspoorlijntje, door de ondergrondse gang, vermakkelijkte het transport van munitiebunker naar geschutsbunker.

(Tekst van P. Harff en D. Harff)